Gemeente Noordenveld

close

Kijkvragen

 

  • Linksboven zie je Cor en Jan. Waarom kijken ze naar boven?
  • Waarom verstoppen Cor, Jan, meneer en mevrouw Thijs zich tussen de struikjes?
  • Wat is er gebeurd met het vliegtuig, midden in de plaat?
  • Waar praten de mensen rechts in beeld over?
  • Waarom draagt Saartje en haar familie een gele ster?
  • Weet jij waarom Saartje zo verdrietig kijkt?
  • Saartje houdt de jas van haar moeder stevig vast, waarom?
  • Waar gaat Saartje naar toe?
  • Hebben jullie Aaldert ook gevonden?

 

Noordenveld: het verhaal over Cor en Jan

“Lusten jullie er nog één?” Mevrouw Thijs kijkt Cor en Jan aan en wijst naar hun lege borden. “Hmm, lekker!” juicht Cor en hij likt de restjes stroop uit zijn mondhoeken. Jan moet lachen om zijn broer. Cor is een jaar jonger dan hij en stapelgek op pannenkoeken. Daar krijgt hij echt nooit genoeg van. “En jij, Jan?” vraagt vrouw Thijs. Jan denkt na. Het duurt even voor hij antwoord geeft. Zijn buik is al aardig vol, maar pannenkoeken zijn wel erg lekker. Thuis krijgen ze die niet zo vaak. “Nog eentje,” zegt hij, “dan heb ik écht genoeg.” Zijn broertje draait zich om. “Dan al,” glundert hij. “Nou ik niet, hoor. Ik kan er nog wel tíen op.” Mevrouw Thijs grinnikt. Met een grote lepel roert ze in de kom en giet een laagje beslag in de hete pan.

Jan vindt het altijd fijn om bij de familie Thijs in de keuken te zitten. En niet, zoals zijn broertje, vanwege de pannenkoeken die ze hier vaak bakken. Nee, het gaat hem vooral om de verhalen die hij te horen krijgt. Laatst vertelde meneer Thijs over het vliegveld dat de Duitsers in de buurt van hun dorp laten bouwen. Hij zei dat het bijna klaar was en er binnenkort vliegtuigen konden landen. Er wordt door heel veel mannen aan het vliegveld gewerkt. Volgens meneer Thijs zijn het er meer dan 2000. Met bussen worden ze gehaald en gebracht. De meesten komen uit Groningen. Hij vertelde ook dat veel mensen uit Peest en Norg het dom vinden dat de Duitsers juist hier een vliegveld aanleggen. Het gebied is veel te nat. Daar kunnen militaire toestellen absoluut niet veilig landen. Jan zou heel graag een kijkje nemen bij het vliegveld, maar dat heeft hun vader verboden. “Ik wil niet dat jullie daarnaartoe gaan,” heeft hij gezegd.

De vader van Jan en Cor is politieman. Hij vindt dat zijn zoons niets mogen doen wat niet mag. Laatst hebben ze nog van hem op hun donder gehad, omdat ze samen met andere kinderen een NSB’er uitscholden voor landverrader. “De Duitsers willen dat mijn zoons het goede voorbeeld geven,” heeft hun vader hen duidelijk gemaakt. “Als jullie nog een keer zoiets doen, worden we straks met het hele gezin in een kamp gestopt.” Cor en hij zijn daar erg van geschrokken. Ze hebben al een paar keer gezien hoe Duitsers omgaan met mensen die ze oppakken. Dat heeft veel indruk op hen gemaakt. “Kijk eens,” mevrouw Thijs houdt de pan scheef en laat een goudbruine pannenkoek op Cors bord glijden. “Die van jou is ook zo klaar, Jan,” zegt ze. “Als je wilt, mag je alvast je bord brengen.” Jan wil opstaan, maar blijft van schrik zitten. Boven hem groeit het zware geluid van een dalend vliegtuig. Mevrouw Thijs laat de koekenpan abrupt los en pakt Cor en Jan bij hun arm. “Vlug,” zegt ze en ze trekt jongens mee naar de gang.

Alle drie drukken ze zich plat tegen de muur en luisteren naar het aanzwellend gebrom. Het wordt luider en luider. Het vliegtuig komt recht op hen af. Jan en Cor duiken in elkaar. En dan ineens is het stil, doodstil! Jan houdt zijn adem in. Zijn hart klopt twee keer zo snel als normaal. “Dat was… een vliegtuig?” stottert Cor. Zijn gezicht is lijkbleek. Mevrouw Thijs knikt. “En hij ging rakelings over ons heen.” De buitendeur vliegt open. De man van mevrouw Thijs stormt de gang in. “Hebben jullie dat gezien?” roept hij en wijst naar buiten. Zijn vrouw schudt haar hoofd. “Alleen gehoord. Wat gebeurde er?” “Een Duits vliegtuig! Het landde, maar er ging iets mis.” Meneer Thijs komt naar hen toe en pakt zijn vrouw en de jongens beet. “Kom mee, we gaan kijken wat er gebeurd is.” Cor en vrouw Thijs graaien hun jassen en klompen bij elkaar. Jan aarzelt. “Vooruit Jan!” spoort meneer Thijs hem aan. “Ik wil weten wat daar aan de hand is.” Jan bijt op zijn lip. “Maar dat… vindt onze vader niet goed,” hakkelt hij. “Wel als jullie met mij meegaan,” verzekert meneer Thijs. “Ik denk dat het halve dorp dit wil zien.”

Met z’n vieren hollen ze het tuinpad af. Steken de straat over en volgen een smal pad het veld in. “Vlak achter me blijven,” waarschuwt meneer Thijs als ze bij het bos komen. “We nemen een sluiproute.” Dicht bij elkaar wringen zich door de struiken. In de verte horen ze geschreeuw en rijdende auto’s. Meneer Thijs blijft staan en houdt zijn vinger tegen zijn lippen. “Zo weinig mogelijk geluid, maken,” fluistert hij. “We zijn vlak bij het vliegveld.” Dan sluipen ze verder. Van boom tot boom en van struik naar struik. Ze komen aan de rand van het bos en zien de open vlakte.

Felle schijnwerpers verlichten de drie startbanen. Links van hen doemt een groot vliegtuig op. Het hangt scheef en is half weggezakt in de bodem. Jan kan zijn ogen nauwelijks geloven. Nog nooit van zijn leven heeft hij zo’n groot vliegtuig van dichtbij gezien. Hij voelt de hand van meneer Thijs tegen schouder. “Kom, we gaan verder,” gebaart hij. Ze volgen de rand van het bos en komen steeds dichter bij het toestel. Als ze er vlakbij zijn, ziet Jan dat meneer Thijs gelijk heeft. Ze zijn inderdaad niet de enigen die hier komen kijken. Bijna het halve dorp is uitgelopen.

Meneer Thijs stapt op een groepje mannen af. Jan hoort ze zacht met elkaar praten. “Dit hadden wij toch voorspeld,” gniffelt een van hen “Dit gebied is niet geschikt als landingsbaan.” “Precies,” vult een ander aan. “Ik hoop dat die Duitsers hier veel vliegtuigen laten landen. Dan komen ze lekker allemaal vast te zitten.” De mannen grinniken. Meneer Thijs groet het groepje en komt weer bij Jan, Cor en zijn vrouw zitten. “Ik denk wel dat we zo terug moeten,” zegt hij. Zijn vrouw knikt. Jan vindt het spannend dat hij dit gezien heeft, maar is ook blij dat ze zo weer weg gaan. Want stel dat zijn vader hier naar toe komt en hen ziet zitten. Hij wil absoluut niet dat zijn ouders, Cor en hij naar een kamp worden gebracht.

Na dit eerste vliegtuig landden er nog maar heel weinig Duitse toestellen in Peest. Het gebied was te nat. Bemalen of draineren hielp niet. Het terrein werd daarna door de Duitsers alleen nog gebruikt om graan en aardappelen te verbouwen. En om konijnen en varkens te fokken.

Auteur: Christ Vegter

 

 

 

Luisterverhaal A

 

Noordenveld: het verhaal over Saartje

Saartje bukt zich en zet haar koffertje op de grond. Ze blijft omlaag kijken tot de tram weer begint te rijden. Pas dan komt ze overeind en kijkt naar buiten. Op de straat staan mensen die afscheid van haar en haar familie hebben genomen. Sommigen snikken, anderen steken verlegen hun hand op. Saartje voelt ook tranen branden, maar ze wil niet huilen. Niet nu ze nog in hun dorp zijn en haar vriendinnetjes haar kunnen zien. Langzaam glijden de huizen van Roden aan haar voorbij. Op meerdere plekken staan mensen. Sommigen bedrukt, maar er worden ook duimen opgestoken. Saartje voelt de hand van haar moeder rond haar schouder. Zacht wordt ze tegen haar aangetrokken. “Hoe is het, lieverd?” fluistert moeder. Saartje schudt haar hoofd. Ze wil niet vertellen hoe naar ze zich voelt.

Het is heel gek wanneer je ineens niet meer mag zijn wie je bent. Als je op al je kleren een gele ster moet naaien. Als je niet meer in de tram mag zitten, maar op het balkon moet staan. Als je met je moeder, je oma, je neefje en je tante naar een werkkamp wordt gestuurd omdat je joods bent. Loetje en tante Johanna waren twee jaar geleden in Roden komen wonen. Dat vond Saartje heel gezellig. Helemaal omdat Loetje net zoals zij naar de Scheepstraschool ging. Jammer genoeg had dat maar een jaar geduurd. Want ineens moesten ze alle twee naar een school in Groningen, speciaal voor joodse kinderen.

Voorzichtig tilt Saartje haar hoofd op en bekijkt de gezichten van de mensen om haar heen. De meesten hebben wezenloze blikken en staren strak voor zich uit. Zouden ze allemaal met hun gedachten bij het kamp zijn, denkt Saartje. Is iedereen bezig met wat hen daar te wachten staat? Langzaam stromen de ogen van Saartje vol. Tranen glijden over haar wangen en druppen op haar koffertje. Waarom moet dit allemaal, vraagt ze zich af. Waarom hebben de Duitsers zo’n hekel aan ons?

Saartje weet hoe het in Duitsland is begonnen. Het ging slecht met dat land en Hitler gaf joodse mensen daar de schuld van. Eerst werden er leuzen op de ramen van hun winkels gekalkt: Koop niet bij Joden. Even later sloegen ze de etalages in. Ook staken ze de synagogen in brand. Daarna werden Joodse mannen opgepakt en naar kampen gestuurd. En dat gebeurde in Nederland nu ook. Vier maanden geleden moesten vader en haar broer Jaap zich melden in kamp Westerbork. Nu was ze zelf aan de beurt. Saartje veegt met haar mouw over haar natte wangen en kruipt nog dichter tegen haar moeder aan. Hoe zou mam zich voelen, denkt ze. Is ze blij dat ze pappa en Jaap straks terug ziet? Of is ze net als zij heel bang, omdat ze niet weet hoe het verder gaat. Want waar komen ze in het kamp te wonen? Mogen ze samen met oma, tante Johanna en Loetje bij vader en Jaap in een huisje? Of is dat verboden?

De tram stopt. “Hier moeten we overstappen,” hoort Saartje haar moeder zeggen. Samen met oma en alle anderen moeten ze de tram verlaten. Buiten staan Duitsers. Ze wijzen welke kant iedereen op moet. In een lange rij lopen de mensen naar het station van Groningen. Ook daar staan Duitse militairen. Ze hebben geweren in hun hand en houden iedereen in de gaten. Zijn ze bang zijn dat we wegrennen, vraagt Saartje zich af. En gaan ze dan schieten? Een koude rilling glijdt over haar rug. Ze zou niet eens het lef hebben.

Op het perron moeten ze zich in groepen opstellen. Saartje grijpt de hand van haar moeder. Ze wil bij haar familie blijven. Een Duitse soldaat houdt hen tegen. Hij wijst waar iedereen moet gaan staan. Loetje en tante Johanna worden meegenomen. Oma, moeder en zij blijven staan. Saartje hoort tante Johanna tegen de militair zeggen dat ze bij haar familie wil blijven. De soldaat schudt zijn hoofd en geeft haar een duw met zijn geweer. Loetje draait zich om en kijkt Saartje aan. Ze ziet hoe bang haar neef is. “Dit is alleen voor in de trein,” fluistert moeder. “Straks komen we wel weer bij elkaar.”

De Duitsers trekken de deuren van de trein open. Iedereen wordt in de wagons geduwd. Er komen steeds meer mensen bij. Saartje heeft het gevoel dat ze plat wordt gedrukt. Ze klemt haar koffertje tegen zich aan en houdt zich krampachtig vast aan de jas van haar moeder. Het lukt haar om zich tussen oma en moeder in te wringen. “Goed zo,” hoort ze oma zeggen. “Dicht bij ons blijven.” Saartje merkt aan oma’s stem dat ze ook bang is. Net als iedereen die om haar heen staat. De deuren worden dichtgeschoven. De trein komt in beweging. Saartje voelt de hand van haar moeder. Lief strijkt ze over haar haren. “Het is niet ver van Groningen naar Hooghalen,” zegt ze zacht. “Hooguit drie kwartier.”

De trein begint steeds sneller te rijden. In een vast ritme wiegen de mensen tegen elkaar aan. Saartje krijgt het warm en kijkt omhoog. Oma en haar moeder hebben hun ogen gesloten. Het lijkt alsof de trein iedereen in slaap probeert te sussen. Saartje trekt haar moeder aan haar arm. “Wat is er, lieverd?” Saartje gaat op haar tenen staan. “Mam, ben je ook bang?” fluistert ze. Haar moeder knikt. “Ja,” antwoordt ze. “Maar ik hoop dat we papa en Jaap straks terugzien.” “Ik ook,” zegt Saartje zacht.

In kamp Westerbork zag Saartje haar vader en Jaap echter niet terug. Die waren met de eerste transporten vanuit Westerbork naar Auschwitz vervoerd. Vier dagen na hun aankomst werden Saartje, haar moeder, oma, tante Johanna en Loetje met meer dan 700 anderen op de trein naar Auschwitz gezet. Niemand van Saartjes familie keerde terug.

Auteur: Chris Vegter

 

 

Luisterverhaal B

 

  • Linksboven zie je Cor en Jan. Waarom kijken ze naar boven?
  • Waarom verstoppen Cor, Jan, meneer en mevrouw Thijs zich tussen de struikjes?
  • Wat is er gebeurd met het vliegtuig, midden in de plaat?
  • Waar praten de mensen rechts in beeld over?
  • Waarom draagt Saartje en haar familie een gele ster?
  • Weet jij waarom Saartje zo verdrietig kijkt?
  • Saartje houdt de jas van haar moeder stevig vast, waarom?
  • Waar gaat Saartje naar toe?
  • Hebben jullie Aaldert ook gevonden?

 

Verwerkingsopdrachten

U kunt kiezen uit drie verwerkingsopdrachten. De verwerkingsopdracht over Cor en Jan duurt minimaal 60 minuten. De verwerkingsopdracht over vrijheid en bevrijding duurt 15 tot 30 minuten. De verwerkingsopdracht over Saartje duurt circa 45 minuten. Hieronder kan u de verwerkingsopdrachten downloaden.

Workshop Poëzieposter

Daarnaast is het mogelijk om met de klas een workshop te volgend door Marieke Keuken. Marieke Keuken is beeldend kunstenaar (lithograaf – een oud grafisch ambacht) en heeft in 2003 de opleiding Beroepskunstenaar in de Klas gevolgd. Sindsdien geeft ze veel workshops in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs, altijd met behulp van druktechnieken en soms ook poëzie.

“Het thema vrijheid heeft in deze onwerkelijke tijd een extra dimensie gekregen."

Door het wereldwijd verspreidde Coronavirus, heeft een groot deel van de mensheid te maken met een inperking van hun vrijheid. Kinderen kunnen niet naar school, dat kan in het begin nog een zeker gevoel van vrijheid opleveren, een soort vakantie. Maar na een week verlangen de meeste kinderen terug naar hun gewone leven met sport, muziekles, samen spelen, verjaardagen en kinderfeestjes. De wereld staat op zijn kop.

Deze gemarkeerde tijd zal iedereen zich later herinneren. Een koppeling naar de 2e Wereldoorlog wordt misschien makkelijker invoelbaar voor kinderen. Wat betekent vrijheid voor hen?” Aan de hand van de 2 geselecteerde verhalen of een zelf gekozen verhaal over vrijheid, komt er een beeldende en poëtische verwerking met grafisch kunstenaar Marieke Keuken.  

------------------------------------------------------------------------------------------

WORKSHOP Poëzieposter

In deze workshop schrijven leerlingen eerst een gedicht over wat vrijheid voor hen betekent. Met allerlei grafische technieken; stempelen, sjabloneren, houten drukletters en tegeldruk wordt deze poster gemaakt. We gebruiken echte drukinkt!

Een spel met vorm, letters en buitelende beelden.

In overleg is het ook mogelijk om een kussensloop, linnen tasjes of poëziebehang te maken. Daar zijn extra kosten aan verbonden.

 

         

 

 

get_app Download hier de verwerkingsopdracht over Cor en Jan.
get_app Download hier de verwerkingsopdracht over vrijheid en bevrijding.
get_app Download hier de verwerkingsopdracht over Saartje.

 

Het verhaal over Saartje

Dit verhaal is opgetekend door Kees van der Kooij.

 

Het verhaal over Cor en Jan

Verteld en opgeschreven door Cor en Jan Haandrikman. Opgetekend door Halbe Hageman in december 2019. 

Hieronder vindt u enkele familiefoto's van Cor en Jan die wij via Halbe Hageman hebben ontvangen.